GENDER TALK |
STOP GENDER-BASED VIOLENCE


‘GENDER TALK | GENDER EMANCIPATION |
ART AGAINST GENDER-BASED VIOLENCE|
ART AGAINST LGBTQ+ BASED VIOLENCE |
ART AGAINST CHILD ABUSE!
ongoing series since 2017 on GENDER EMANCIPATION, WOMEN EMANCIPATION,
MEN EMANCIAPTION, TRANSGRESSIVE BEHAVIOR of both men and women, including all genders!
©Hilde NIJS
​Doorlopende serie sinds 2017 over genderemancipatie, vrouwenemancipatie, mannenemancipatie, grensoverschrijdend gedrag van zowel mannen als vrouwen, als alle genders.
Gendergerelateerd geweld (Gender-BasedViolence) is elke schadelijke daad die tegen een individu is gericht op basis van zijn of haar geslacht of genderexpressie. Het omvat een breed scala aan daden, waaronder fysiek, seksueel en psychologisch geweld, en kan door iedereen worden gepleegd. GBV is een schending van de mensenrechten en is geworteld in genderongelijkheid en machtsongelijkheid
​
STAP UIT DIE SLACHTOFFERROL!
Het verwerken van geweldpleging, hetzij fysisch of psychisch, is een individueel proces waarvoor geen one-size-fits-all oplossing bestaat. Het is normaal om heftige emoties te ervaren en het kost tijd deze te voelen en te verwerken. Zelfveroordeling is nefast en praten met een vertrouwenspersoon, een therapeut of een slachtofferhulpinstantie kan helpen bij het verwerken van de gebeurtenis. In de slachtofferrol blijven hangen is zeker geen optie daarom is het belangrijk professionele hulp te zoeken en zijn leven terug op de rails te krijgen.
Onthoudt dat men er niet alleen voor staat en dat er professionele hulp beschikbaar is om te ondersteunen bij het verwerkingsproces.
Kenmerkend voor de slachtofferrol is geen verantwoordelijkheid nemen en iets of iemand verantwoordelijk maken voor hoe men zich voelt in een bepaalde situatie. Het is een uiting van hulpeloosheid en gevoelens van onmacht spelen vast en zeker een rol. Noem het ook een vorm van zelfmedelijden.
De neiging om in een slachtofferrol te kruipen is een complex samenspel van verschillende hersengebieden en hun interacties, voornamelijk het limbisch systeem en de prefrontale cortex.
Het limbisch systeem inclusief de hypothalamus is betrokken bij de stressrespons en de productie van stresshormonen zoals cortisol. Langdurige stress kan de hersenen beïnvloeden, met name de hippocampus en de prefrontale cortex, wat kan leiden tot een verlaagd zelfbeeld en een grotere vatbaarheid voor het slachtoffergedrag.
De prefrontale cortex, die verantwoordelijk is voor hogere orde functies zoals planning, besluitvorming en zelfreflectie, speelt een rol bij het beoordelen van situaties en het nemen van verantwoordelijkheid. Een disbalans of beschadiging in dit gebied kan leiden tot verminderde zelfreflectie en een grotere kans op het aannemen van een slachtofferrol.
©Hilde NIJS​
Een Trumpiaans genderbeleid met alleen maar mannen en vrouwen kunnen wij ons geheel niet voorstellen in is ondenkbaar in Europa. Genderemancipatie en de bestrijding van alle gendergeweld is meer dan nodig om dit te voorkomen.
Vrouwenemancipatie lijkt wel voorbijgestreefd. Vrouwen kunnen niet in hun eentje vechten voor hun rechten. Het is van doorslaggevend belang dat ook mannen opkomen voor de rechten van vrouwen. Zonder mannenemancipatie zal vrouwendiscriminatie altijd blijven bestaan.
Echte bevrijding echter betekent het scheppen van werkelijk gelijke kansen voor iedereen, niet in de eerste plaats tussen de geslachten maar binnen de geslachten, in de gehele maatschappij. We spreken van GENDEREMANCIPATIE EN GENDERDISCRIMINATIE.
Alle mogelijke informatie vind men op de website van Het INSTITUUT VOOR GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN, een onafhankelijk interfederaal gelijkheidsorgaan (Equality Body) dat eveneens opdrachten vervult in het kader van het federale gelijkekansenbeleid. Een Equality Body moet in elke lidstaat van de EU bestaan om er gelijkheid te promoten en zich in te zetten tegen DISCRIMINATIE, GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG en GEWELD tegen zowel VROUWEN, MANNEN als alle GENDER. Via zijn acties bestrijdt het Instituut elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op grond van geslacht of gender, is het een katalysator voor de bevordering van de gendergelijkheid dus ook de gelijkheid van vrouwen en mannen en stimuleert het ook de integratie van de genderdimensie in het beleid. Om dit te kunnen doen, geeft het Instituut adviezen en aanbevelingen voor een wettelijk kader, en ontwikkelt het strategieën en instrumenten. Ook advies verlenen, onderzoek voeren, opleidingen geven en brede campagnes opzetten behoren tot de taken. Jaar na jaar stijgt het aantal meldingen bij het instituut van burgers over onder andere genderdiscriminatie geweld en seksisme.
©Hilde NIJS
https://igvm-iefh.belgium.be/nl
DOE EEN MELDING 0800 12 800
Volgens het rapport uitgevoerd door het Wereld Economisch Forum (WEF) is de wereldwijde genderkloofscore in 2024 voor alle 146 landen die in deze editie zijn opgenomen, op ​​68,5% gesloten. Vergeleken met de constante steekproef van 143 landen die in de editie van vorig jaar zijn opgenomen, is de wereldwijde genderkloof met nog eens +0,1 procentpunt gedicht, van 68,5% naar 68,6%.
Het gebrek aan zinvolle, wijdverbreide verandering sinds de vorige editie vertraagt ​​effectief de voortgang om pariteit te bereiken. Op basis van de huidige gegevens zal het 134 jaar duren om volledige pariteit te bereiken - ongeveer vijf generaties voorbij de doelstelling voor Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG) van 2030.
België kent een terugval en staat op een troosteloze 60ste plaats. Nog veel werk aan de winkel.
EN HOE ZIT HET MET DE VROUWEN IN DE KUNST
GELIJKHEID IN DE KUNST VOOR ALLE GENDER!
Onderzoek wees uit dat de positie van vrouwen in de beeldende kunst nog steeds niet gelijk is aan die van hun mannelijke collega's. Voor vrouwen is het echter moeilijk en grootsheid en genie zijn niet weggelegd voor vrouwelijke kunstenaars, omdat beide worden geformuleerd, gedefinieerd en toegekend door de machthebbers/ instituten waartoe vrouwen maar ook personen van kleur, lgbtqiap+-, outsiderkunstenaars en andere personen van oudsher de toegang wordt ontzegd. Deze instituten cultiveerden de mythe dat mannen een inherente creativiteit bezitten. Het zijn institutionele – in tegenstelling tot individuele – obstakels die vrouwen in het Westen ervan weerhouden succes te hebben in de kunsten Zolang dat niet wordt geherdefinieerd zal er altijd een kloof blijven bestaan. Bewustwording is één ding. Maar het is tijd om een stap verder te gaan en het debat hieromtrent te verruimen. Het werk van alle gender moet op dezelfde manier worden gewaardeerd en gekwalificeerd. Het wordt tijd om dat te benoemen willen we enige vooruitgang boeken!
Uiteraard speelt de belastende voorgeschiedenis van vrouwen - ze konden pas sinds de jaren zeventig volwaardig deelnemen aan het kunstenaarschap - een belangrijke rol. Alhoewel er sindsdien heel veel veranderd is hebben vrouwelijke kunstenaars/curatoren nog steeds af te rekenen met de vooroordelen in de typische mannenwereld. Vrouwen worden geacht meer een zorgende rol te spelen en zo minder tijd te hebben full time met kunst bezig te zijn of ze zouden ook meer schroom hebben om hun kunst te promoten maar niet zelden vormen sommige van de mannelijke collega’s nog steeds het probleem. Kunst gemaakt door mannen is KUNST maar kunst door vrouwen wordt nog steeds lichtelijk smalend Vrouwenkunst genoemd en het wordt tijd dat dit nu eens ophoudt. In feite mag er geen onderscheidt gemaakt worden tussen mannelijke, vrouwelijke of eender welke genderkunstenaars. Kunst is kunst en de creatiedrang is voor iedereen dezelfde en zou op dezelfde criteria moeten worden gekwalificeerd. Ikzelf vind niet dat ik vrouwelijke kunst maak en ik wil dat ook niet. Wat mij betreft is kunst voor iedereen hetzelfde. Opvoeding ligt aan de basis! Uit alle hoeken van de kunstwereld klinkt het dat kwaliteit de enige en de belangrijkste eis is om een succesvol kunstenaar te zijn. Maar Ondanks het feit dat vrouwen altijd kunsten beoefenden en dit vandaag nog meer doen dan ooit tevoren, staat hun zichtbaarheid in galerijen, musea en tentoonstellingen nog steeds niet in verhouding tot die van hun mannelijke collega’s. Kunst gemaakt door vrouwelijke kunstenaars meer in de kijker plaatsen is een must. Eén ding is zeker: Wij leven in een veranderende wereld maar het is echt nog steeds een kwestie van pushen en kansen maken en nooit zelfingenomen te zijn. De creatiedrang, de fundamentele kracht voor het beoefenen van kunst, is voor mannen, vrouwen en voor alle gender dezelfde en ondanks de vele obstakels is het dat wat vrouwen drijft om verder te doen evenals de voldoening van het metier. Gelukkig zijn mannen zich ook meer bewust van het probleem. Velen huiveren nog bij het woord Feminisme maar dat is onterecht. Feminisme vormt geen bedreiging voor hen. Integendeel, hierdoor krijgen mannen ook de kans volledig zichzelf te zijn en zich los te maken van gender-stereotiepe rollen. Alle gender moeten samen strijden voor een samenleving waarin keuzevrijheid en zelfontplooiing centraal staan en vooral met respect voor elkaar!
- ©Hilde NIJS

WELCOME TO MY BLOG


Scroll naar beneden voor alle teksten
MANN2025, 150 years of Thomas Mann, a Literary Icon!
An Anniversary of Global Significance!
"huMANNidentities, De Toverberg Verbeeld'
Ovatie aan ‘DE TOVERBERG’ van THOMAS MANN
​
'huMANNidentity, a Worldwide Sanatorium'
Totaalinstallatie in progress met als metafoor de wereld als één groot sanatorium voor een wereldbevolking die dringend behoefte heeft aan stabiliteit en rust en hiervoor decennia lang nodig zal hebben met hopelijk een beter verloop dan in 'De Toverberg'. ©Hilde NIJS
​​
​
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​De Toverberg! Die titel alleen al brengt je in vervoering en doet een ‘unicum’vermoeden. Als een pientere jonge mens de promotietekst van dat boek leest dan gebeurt er iets in dat jonge brein, dat men kan vergelijken met een computer die wacht op volpropping maar dan honderd keer trager. De primaire visuele cortex doet echter razendsnel zijn werk en in een mum van tijd ontrolt zich een duizendvoud aan prikkels die zich laten vertalen in de verbeelding die je aanspoort het boek te lezen. Louter om het plezier van verbanden smeden en vervolgens daarmee een mentaal tableau te construeren. Maar ook wegens de lust op zoek te gaan naar de man die een dergelijke kolossale karakterstudie neerzet, verpakt in een satirische Bildungsroman en hiermee, zonder het te beseffen, het boek van de eeuw tot leven brengt. De twijfelende protagonist angstig om volwassen te worden leidt ons, in zijn emotionele, morele en intellectuele groei en zijn zoektocht naar de eigen
persoonlijkheid, naar de hedendaagse psychoanalyse die stelt dat de identiteit zich ontwikkelt in de loop van het leven en de context waarin men zich bevindt.
De menselijke conditie en de zoektocht naar de eigen identiteit, de reflectie van de mens over zichzelf, over de ander en zijn verbinding met de omgeving, de dualistische spanningen, het zoeken naar zingeving en harmonie: deze ongeziene rijkdom aan onderwerpen en een bont amalgaam aan karakters waar iedereen wel iemand in herkent, hetzij in zichzelf of iemand uit zijn omgeving maakt van de ‘De Toverberg’ nog altijd een boeiende universele belevenis.
Ik kom uit een beschermd nest met liefdevolle interessante ouders die ruimte boden voor ontwikkeling, creativiteit, muziek, literatuur, kunst en plezier. En plezier was een eigenschap die bij mij persoonlijk fel ontwikkeld was als ‘uiterlijke buffer’ en bescherming voor mijn ernstige, kwetsbare binnenkant die ik zelden liet zien buiten de familiale cocon. De klasgenoten entertainen was mijn grootste drijfveer. Mijn mama zei altijd: “Ons Hilde gaat naar school voor haar plezier.” En zo brengt De Toverberg mij naar mijn Wonderjaren. Zeventien was ik en werd door mijn radeloze
ouders naar een Brusselse nonnenschool gestuurd in een kunstafdeling waar ik liever wou van weglopen. Ik kwam van een elitaire kostschool en was niet happig op nog meer gesteven coif-vrouwen. Weinig vakken boeiden mij. Ik had net ‘De wandelende Jood’ van August Vermeylen gelezen en de godsdienstles was voor mij het uitgelezen forum om mijn filosofieën hieromtrent neer te pennen. Vijf bladzijden recto verso waarna ik werd uitgemaakt voor ketter door soeur ‘Knipmes’, waar trouwens iedereen bang van was. Ik niet, gezag had op mij weinig invloed en als het
op de autoritaire manier werd afgedwongen dan had dit een averechts effect. Dat ik nul punten kreeg deerde mij geen zier, integendeel, ik was fier op mijn tekst. Ik was toen al een behoorlijke rebel die lak had aan de bekrompen schoolregels en het conformisme van de burgerij waarin ik was opgegroeid. Maar hier in die school was ook mevrouw Lallemand die slordig de reebruine riempjes van haar open schoenen platliep, een voor die uniforme omgeving zeer gedurfde attitude die ik bewonderde. Ze gaf Nederlands en kunstgeschiedenis en laat deze nu net mijn uitverkoren vakken zijn. Maar het meest van al verrukte ze mij met haar grote liefde voor literatuur en Thomas Mann zijn Toverberg. ‘Diepgang en humor’ op mijn lijf geschreven. Naast de verplichte ‘Zuid en Noord’ haalde ze de uitgerafelde kanjer boven en schreef met zwier prachtige zinnen op het bord die ze dan tot driemaal toe herhaalde als waren het bezwerende formules waardoor de mysterieuze tijd bleef stilstaan. De klas lag dan al heerlijk in sluimerstand maar ik was klaarwakker in denkgesprek met mevrouw Lallemand. Zonder tijdsbesef net zoals Hans Castorp die wegzinkt in een ruimtelijk tijdloos ‘vacuüm’. Nu zou men spreken van een bubbel, het modewoord dat graag gebruikt werd tijdens de pandemie, iets wat toen op een gruwelijke sciencefictionscene zou lijken. Een scene vergelijkbaar met hetgeen zich afspeelt in een ‘Internationaal Sanatorium Berghof’ als een metafoor voor een besmette wereld, heel dicht bij de dood en onwetend of zich ooit een terugweg aandient.
De vragen die mevrouw Lallemand stelde en waarop ik het antwoord zocht waren puur filosofisch genot. Mijn voorkeur voor Settembrini, de intellectuele humanist, en de weetgrage Hans Castorp heeft alles te maken met mijn eigen gloeiende ‘leergierigheid’. De attitude van de ‘fervent sigaren rokende’ protagonist, die als een soort van Molièristische ‘malade imaginaire’ zeven jaar op de berg blijft hangen uit angst voor het onbekende van de volwassenheid, laat een herkenbaar beeld zien van wat vele jonge mensen meemaken op zoek naar de zin van het leven. Het verhaal lijkt een tragikomische ‘Opera Buffa’ die ons een spiegel voorhoudt die reflecteert over ziekte en dood,
oorlog, geweld, het verbale geweld van de tegenstellingen, het functioneren van het menselijk lichaam, psychologie, filosofie, kunst, literatuur, muziek, stilstand en vooruitgang, empathie en dit alles doordrenkt van de hunkering naar liefde en vriendschap en waar men tussen de bedrijven door ook een zekere geaardheid van de auteur vermoedt. “In het belang van de goedheid en de liefde mag de mens niet toestaan dat de dood heerschappij heeft over zijn gedachten” is een statement van jewelste. Voor mij één van de meest betekenisvolle frasen die tot nadenken stemmen en die mij nog altijd helpen bij sombere gedachten.
We kregen ‘natuurtekenen’ van een jonge stijve hark in kostuum. Hij vergeleek mijn bonte kleding smalend met carnaval. In het sanatorium is carnaval een terugkerend feest waar niet alleen wordt gedronken en gedanst maar waar ook een wedstrijd wordt gespeeld: wie om ter mooist varkentjes kan tekenen heeft gewonnen. Absurd, en het doet me denken aan ‘Le Carnaval des Animaux’, een compositie voor klein orkest van Camille Saint-Saens, een 33-toerenplaat die ik destijds grijs draaide. In deze satirisch-humoristische ‘Grande Fantaisie Zoölogique’ zie ik in mijn verbeelding een ‘Grande Fantaisie Humanesque gelijkend op het kleurige allegaartje dat ‘De Toverberg’ bevolkt. De ironische overdenkingen en worstelingen van Hans Castorp gaan niet zelden over de dilemma’s van Mann zelf, enerzijds het beeld van de conventionele burger en anderzijds de frivole, flierefluitende kunstenaar, een mythe waar ik mij behoorlijk over kon opwinden. Toen werd een kunstenaar vergeleken met een luie, losbandige halve gare. Ik wou absoluut het tegendeel bewijzen.
Zeven jaar later, ‘een mythisch-schilderachtige brok tijd’, ben ik zelf op een berg beland, the Fool on the Hill zongen mijn vrienden maar laat ik hem de ‘Piezelberg’ noemen, een perceel dat een meter of vijf boven de straat uitstak en waar ik mij in een tijdloze ruimtetijd bevond alsof alles eeuwig zou blijven duren, hetgeen mij angstig maakte.
Op de boekenplank ‘De Toverberg’ van Thomas Mann, hoe kan het anders. Het omvangrijk boek bewoont sindsdien als een relikwie mijn bibliotheek samen met ‘Xanthippe’ van Paul Lebeau, het boek uit de bibliotheek van mijn ouders die mijn zin naar meer diepgang aanwakkerde. Dat de existentiële kwesties uit ‘De Toverberg’ mede de bouwstenen zijn van mijn liefde voor de filosofie en mijn tot op heden onbevredigbare honger naar kennis en wijsheid, staat zo vast als dat de familienaam van de auteur ‘Mann’ uit vier letters bestaat. Dat het boek aanzet tot filosoferen is een understatement. Alle actoren hiervoor nodig zijn uitvoerig aanwezig.
Heeft het boek mijn rebels karakter meer aangewakkerd? Zeker wel gezien de hiërarchie die er heerste op de berg alleen al, want wat doorgaat als de bespiegeling van de werkelijkheid en wat er zich afspeelt in het sanatorium zijn ook niet bepaald mijn ideaalbeeld van een betere maatschappij. Ook de vele zelfmoorden en de nakende eerste wereldoorlog maakten mij kwaad net zoals destijds de zinloze, eeuwigdurende Vietnamoorlog. En in het heden de zinloze oorlogen in Gaza en Oekraïne maar ook in Afrika. Op het einde van ‘De Toverberg’ hoor ik het symfonisch gedicht ‘De nacht op de Kale Berg’ van Rimski-Korsakov over een heksensabbat. In het laatste deel komt men na het luiden van de kerkklokken tot het besef dat er iets gruwelijks is gebeurd. Plotseling verdwijnen alle heksen in een voor mij ‘zwart gat’, net zoals het zwarte gat waarin Hans Castor en miljoenen anonieme dienstplichtigen verdwijnen op het slagveld van de Eerste Wereldoorlog. Ik had graag een ander einde gezien. Ook voor ons en mezelf in de toekomst die zich aandient.
En om positief te beëindigen kan ik niet anders dan Leopold Flam erbij betrekken want zonder De Toverberg was er voor mij geen interesse geweest in deze geniale Belgische filosoof die met zijn oeuvre nog steeds en net zoals Thomas Mann, zijn sporen verdient in onze hedendaagse samenleving. Ik werd verliefd op de wijsheid van de filosofen en de manier waarop ze fundamentele waarheden onderzoeken over de mens en zijn wereld waarin hij leeft om de relaties met de wereld en met elkaar onderling beter te kunnen begrijpen.
En hebben deze twee toppers mijn kunst beïnvloed? Absoluut, want ze maken allebei deel uit van mijn oeuvre, een soort ‘wake-up call’ voor een betere wereld gebaseerd op concepten van humanisme en waar ik door middel van beeldende expressie nadenk over een nieuwe, creatieve maatschappij als een grote sociale sculptuur waar vrijheid, diversiteit en gelijkheid aan de basis liggen.
Filosofie en psychoanalyse, zonder de wetenschap uit het oog te verliezen, zijn voor mij als kunstenaar de beste tools om onze samenleving op een verantwoorde en diepzinnige manier te fileren! - 2025 ©Hilde NIJS
​​ MIJN VLAM VOOR FLAM
Hoe Xanthippe de weg plaveide naar Leopold FLAM​
​
​
FOTO: Eddy Strauven, auteur, filosoof en coördinator van
Filosofiehuis Het zoekend hert in Antwerpen bij installatie
' Le Cavalier des Pensées, naar Leopold Flam' ©Hilde NIJS
​​
Mijn liefde voor kunst, literatuur en filosofie werd geboren in de bibliotheek van mijn ouders. Van jongs af hadden die boeken een geheimzinnige aantrekkingskracht. De bibliotheek was voor ons als kind ook verboden terrein, wat het allemaal nog mysterieuzer maakte.
Al die boeken met glanzende afbeeldingen met werk van Rubens, Rembrandt, Breughel, Jeroen Bosch, Chagall, Toulouse-Lautrec, Dali, Henry Moore en zovele andere meesters hadden waarlijk iets magisch. De biografie van Peter Paul Rubens en Adriaan Brouwer, van Bredero en Peter Benoit, de volledige werken van Hendrik Conscience, Johann Wolfgang von Goethe, allemaal dikke turven waarvan ‘Lucifer’ van Joost van den Vondel de mooiste kaft had, ‘Rebecca’ van Daphne Du Maurier, ‘Madame Bovary’ van Gustave Flaubert, ‘De Stille Man’ van Albert Van Hoogenbemt en verborgen achteraan die boeken, het meer pikante ‘Wat nu Marilou’ van Jean Du Parc, om er maar enkele te noemen. Op mijn veertiende las ik ‘Gevangene van Hedwige’ van Staf Weyts, waarin de personages geconfronteerd worden met grote gewetensvraagstukken over liefde, leven en dood. Maar van ‘Xanthippe’ van Paul Lebeau … daar was ik compleet weg van. Lebeau laat een vrouw in de ik-vorm aan het woord, vlak voor haar zelfgekozen dood. Xanthippe, die bekend staat als een tirannieke, boze vrouw, krijgt van Lebeau de kans om zich in een lange verdedigingsrede tegenover haar drie zonen te verantwoorden over haar standpunt tegenover mannelijke clichés. Ze vecht voor erkenning en komt uit haar zelfverdediging tevoorschijn als een geëmancipeerde vrouw die niet houdt van de schijnheilige machtswereld van mannen. Socrates daarentegen is authentiek maar eenzijdig. Boven alles primeert zijn wereld van de geest. Zijn kwelgeest is de onafgebroken filosofische analyse, de uitputtende jacht naar waarheid en dat was nu ook één van mijn stokpaardjes: ‘de waarheid’, wij mochten niet liegen van onze ouders.
Ik ging onmiddellijk op zoek naar Socrates, want ik wou meer weten over deze geleerde man aan de zijde van een zelfbewuste vrouw. Meer informatie hierover vond ik in ‘De geschiedenis van de filosofie’ van Dr. Bernard Delfgaauw, een overzichtelijk handboek uit 1966, maar dat is nu helemaal uiteengevallen. De beroemde uitspraak van Socrates: “Het enige wat ik weet is dat ik niets weet”, is altijd blijven sluimeren in mijn bewustzijn. Ik schreef er veel later zelfs een gedicht over: “We denken dat we het weten maar wat we weten, weten we niet.”
Mijn ouders stuurden mij destijds naar een Brusselse nonnenschool en daar was mevrouw Lallemand, die mij verrukte met haar grote liefde voor literatuur en filosofie en vooral voor Thomas Mann zijn fantastische Toverberg. ‘Diepgang en humor’ op mijn lijf geschreven. De vragen die mevrouw Lallemand stelde en waarop ik het antwoord zocht waren puur filosofisch genot. Dat het boek mijn liefde voor de filosofie aanwakkerde is wel het minste dat men kan zeggen.
En later op de Kunstacademie was daar onze leraar Nederlands, mijnheer Vogel, die met ontzag sprak over de man van Xanthippe wiens vraaggesprekken op het Atheense marktplein worden beschouwd als de bakermat van de westerse filosofie. Die vraaggesprekken met Socrates spraken ten zeerste tot mijn verbeelding. Geweldig vond ik dat. Maar ik koesterde ook mijn vraaggesprekken met mijnheer Vogel die heel veel wist over de wijsgeren. Ik was verliefd op de wijsheid van de filosofen en de manier waarop ze fundamentele waarheden onderzoeken over de mens en de wereld waarin hij leeft om de relaties met die wereld en met elkaar onderling beter te kunnen begrijpen.
We zijn ondertussen in 1978, de tijd van het Egmontpact en de omvorming van België naar een federale staat met drie regeringen voor de drie gemeenschappen, de regeling van Brussel en de Vlaamse rand, de splitsing van de Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en de val van de regering Tindemans IV.
Het was de tijd van AMADA, Alle Macht Aan De Arbeiders, een marxistisch-leninistische politieke beweging in België die zijn oorsprong vond bij de studentenvakbond SVB, een progressieve studentenbeweging aan de KU-Leuven die pogingen ondernam om een brug te bouwen tussen de studenten- en de arbeiderswereld en die hiermee een nieuwe tijdgeest in de brede samenleving aankondigde. Geëngageerde studenten gingen in fabrieken werken en gaven er zelfs hun studies voor op.
Er was 'An Unmarried Woman', in de Brusselse cinema's geafficheerd als 'Une Femme Libre', een Amerikaanse film van Paul Mazursky over een vrouw die na een luxueus en perfect geordend leventje en na een verwarde periode van eenzaamheid, verdriet en woede, opnieuw als vrijgezel en met een nieuwe status van onafhankelijke en bevrijde vrouw door het leven gaat. En dan ontmoet ze Saul, een abstracte schilder gespeeld door mijn lievelingsacteur Allan Bates.
Ik leefde ondertussen als ‘une femme libre’ op een berg. ‘De Toverberg’ van Thomas Mann stond in mijn bibliotheek naast Xanthippe van Paul Lebeau, ‘De geschiedenis van de filosofie’ en alle boeken uit de vroegere bibliotheek van mijn ouders die ik cadeau had gekregen.
Ik liep getooid als een kleurige paradijsvogel, gek op vreemde culturen, in lange Indische kleren, djellaba’s, sjaals met franjes, indianenpluimen, cowboylaarzen en een traditionele Afghaanse jas die rook naar geitenleer en prachtig geborduurd was met zijdedraad. De Vietnamoorlog zinderde na en was nog lang niet verteerd en ik was volop de portretten van de stichters van een nieuwe maatschappij aan het schilderen hetgeen resulteerde in mijn eerste serie ‘De Wondere Wereld van de Goepta’s’ geïnspireerd op de Gupta-dynastie in het noorden van India in de 4de en 5de eeuw n.Chr. Zij bracht de goden dichter bij de mensen en zorgde voor vrede en stabiliteit, schiep grote welvaart en liet de literatuur, de wetenschap en de nijverheid bloeien, alsook de kunst en architectuur die de standaard zetten voor latere ontwikkelingen in India zelf.
En er was ook mijn jeugdvriend, laat ik hem ‘Bob’ noemen naar Bob Dylan wiens ‘Hard Rain’ en ‘Street Legal’ ik toen grijs draaide en die tijdens zijn eerste concerttournee in Europa voor 50.000 fans een concert gaf in het voetbalstadion van Rotterdam.
Bob was een aanhanger van de punkbeweging en later ‘New Wave’ met anti-establishment standpunten, non-conformistische en politieke ideologieën die vooral gericht waren op de individuele vrijheid. Hij droeg een zwarte leren jas en hield van Adam & The Ants. Hij volgde Pol&Soc aan de VUB. Eén van de verplichte opleidingsonderdelen waren de grote stromingen uit de wijsbegeerte. Hier kreeg hij les van professor Leopold Flam, een legendarische Belgische filosoof van wie ik nog nooit had gehoord. Telkens ik mijn jeugdvriend zag, gingen de gesprekken onvoorwaardelijk over niemand anders dan Leopold Flam. Die gesprekken vertaalden zich als beelden in mijn hoofd en lieten mij niet meer los. Hij kon niets verkeerds meer doen en ik had geen flauw idee hoe hij eruitzag.
Flam die Buchenwald overleefde; daarvoor alleen al voelde ik ontzag en moest je bijna bovenmenselijk zijn. Vol vuur vertelde mijn jeugdvriend ieder detail, iedere anekdote uit de lessen. En er viel altijd iets te beleven. Flam die van de hak op de tak sprong om dan uiteindelijk tot een conclusie te komen, dat was wonderbaarlijk. Flam die niet kon tegen huichelarij, net zoals ik. Volgens Flam betekende het ‘tot zelfbewustzijn komen’ dat de mens een kritische houding moest aannemen en in opstand moest komen tegen de sociale opvattingen van zijn opvoeding maar ook tegen de bredere sociale onrechtvaardigheid. Dat klonk als muziek in mijn oren; ik was een rebel tegen de burgerij waarin ik was opgegroeid, gezag had weinig vat op mij.
Ik was de gulzigheid zelf bij het aanhoren van Flams verhalen en op een dag zei mijn jeugdvriend: “Hilde, je moet absoluut mee komen naar de colleges van Flam, je zal dat machtig vinden”, en zo geschiedde. Voor hem zat er een onderliggende gedachte aan vast: hij was punker en had daar al opmerkingen over gekregen en nu wou hij Flam in de war brengen door een artistiekerig, hippieachtig meisje, door mijn mama een indiaan op oorlogspad genoemd, mee te brengen naar zijn college.
Ik was tamelijk zenuwachtig want ik had nog nooit een filosoof in levende lijve gezien en dan nog wel de beruchte Professor Flam over wie ik ondertussen overvloedig hoorde vertellen. Het auditorium was al voor bijna driekwart gevuld met studenten en we zaten dus tamelijk hoog. En daar was dan uiteindelijk Professor Flam. Een filosoof in het echt! Nonchalant leunend tegen de pupiter met een eigen karakteristieke kop en doordringende blik waarvan ik dacht dat hij tweemaal mijn richting uitkeek. Mijn jeugdvriend zei bijna niets, de zaal liep bomvol maar was bij wijlen, in plaats van rumoerig, muisstil. Ikzelf, in de klas meestal haantje de voorste tot wanhoop van mijn ouders, was verbluft en durfde ook niets te zeggen want Flam straalde een bijzondere autoriteit uit. Maar ik heb ieder woord geabsorbeerd en gesavoureerd als waren het amoureusiteiten. En zo heb ik verschillende colleges bijgewoond met uitvoerige après-Flams. Ik heb hem nooit gesproken en daar heb ik nu ontzettend spijt van.
Mijn jeugdvriend en ik zijn elk onze eigen weg gegaan en ik heb hem slechts zeer kort en sporadisch teruggezien. Maar ik ben hem oneindig dankbaar want zonder hem was mijn ‘Vlam voor Flam’ nooit aangestoken.
En Flam? Hij was niet onder de indruk van mij maar hij maakte op mij meer indruk dan ik ooit had kunnen vermoeden. Toen de kringloopwinkels nog geen rage waren en ze echt bedoeld waren voor kansarme mensen, kon men in de afdeling boeken nog zeldzame exemplaren op de kop tikken. Op een dag stond daar eensklaps op mij te wachten: ‘De Bezinning’ uit 1968 van Leopold Flam. Mijn hart maakte een sprongetje. Sindsdien is mijn bewondering alleen maar gegroeid en heb ik alles bij elkaar een 30 cm aan Flam-boeken bijeen gesprokkeld. Een peulschil van wat hij ooit bijeen schreef. Spijtig genoeg zijn de boeken van Flam schaarse parels. Sinds het bestaan van internet lees ik alle mogelijke teksten die er van en over Flam te vinden zijn. Het is echter niet alleen de bewondering die speelt. Het is ook de veelheid aan wijsheid: uit zijn levensbeschouwing kan men een overvloed aan inzichten halen. Dat hij Buchenwald overleefde heeft hij te danken aan het geloof en de kracht in zichzelf. Het feit dat hij bestaat en dat dit gegeven een reden is om over na te denken is voldoende om verder te leven. Dat is een existentiële ingesteldheid die kan tellen en dit heeft ook mij geholpen een zware periode te overleven. In moeilijke momenten kan dit een grote steun zijn, zeker voor de mensen van vandaag. Uiteindelijk moet ieder zijn persoonlijk leven zin geven vanuit het eigen wezen, anders laat men zich leven of verliest men de zin om verder te gaan. Ook ziet Flam het denken nooit los van een bewust ‘zijn’ en een vrij bestaan. En zo drukt hij zijn stempel op het voortbestaan van elke enkeling maar ook op dat van een hele maatschappij. Daarom en om nog vele andere redenen blijft de filosoof Flam, een filosoof van alle tijden.
Toen ik in 2022 de kans kreeg zijn dagboeken te helpen transcriberen voor een boek waarvan ik dacht dat het om de filosofische benadering zou gaan en waarvan ik mij nu nog steeds afvraag of ik het ooit wel zal willen lezen, heb ik geen ogenblik geaarzeld.
Bij de eerste bladzijde van Dagboek n° 16 geschreven op woensdag 1 januari 1930 was het al meteen raak. Als citaat staat er te lezen: “Elke dag, elke seconde, is voor me een nieuwjaar! Wijsheid! Volharden! Den tijd goed gebruiken! Rijkdom, eer, zingenot: niet noodig! Ik begin dus vandaag met een nieuw jaar en dit naar de christelijke tijdrekening. Ik zeg naar de christelijke tijdrekening want naar mijn eigen tijdbeschouwing is het niet alleen vandaag, maar ’t was ook gisteren en vóór een week en vóór een maand, ’t begin van een nieuw jaar. Elke sekonde is het kenmerk, en de aanvang van een nieuw jaar! ’t Is daarom niet van vandaag alleen dat we met juiste en ware voornemens ’t jaar moeten voleindigen, maar ook van gisteren, eergisteren, van een uur geleden en ook van een sekonde, dat we met veel hoop, met veel moed de wereld moeten doorstappen.”
Dit was Flam ten voeten uit! Ik werd er als de bliksem door geraakt en geïnspireerd wat onmiddellijk resulteerde in een aantal affectieve reflecties op papier.
Zijn handschrift zien en lezen wat de jonge Flam aan het papier toevertrouwde, greep mij emotioneel soms keihard bij de keel. Het waren niet louter en alleen filosofische overpeinzingen. Flam was destijds 18 jaar en ik geloof nooit dat die dagboeken toen al bedoeld waren als een filosofische methode of geschreven met het idee dat iemand die ooit zou lezen. Maar in zijn jonge jaren pende hij er gewoon alles in neer, zodanig dat ik mij zelfs af en toe een voyeur voelde omdat ik de meest intieme zaken en soms heel harde woorden las van iemand die dit enkel en alleen voor zichzelf schreef, om therapeutische redenen, vermoed ik. Je moet die dagboeken zien als een compagnon de route van een jonge adolescent met weinig vrienden of familie bij wie hij zijn verhaal kon ventileren. Hij worstelde met zijn verleden, zijn afkomst, zijn demonen en zijn verlangens. Hij trachtte inzicht te krijgen in zichzelf en dat kon veranderen al naargelang hij hierin vorderde. Hoeveel jonge mensen zijn er niet die een dagboek koesteren en waarin ze hun ouders verwensen of dood willen, daarom is dat toch niet gemeend. Dat was voor de jonge Flam niet anders. En uiteindelijk wordt het ook een gewoonte. Aan mij persoonlijk was het niet besteed omdat geschreven tekst op papier veel erger klinkt dan gesproken woorden waarbij men twee minuten nadien het gezegde al kan afzwakken en zelfs ongedaan maken.
Dat zijn schrijfsels niet bedoeld waren voor een ander staat zelfs letterlijk te lezen in dagboek 16 daterend van 2 januari 1930. De oorspronkelijke tekst is deze:
“Het was ongeveer twee uur ’s namiddags dat ik het bovenstaande artikel schreef en ’t is nu reeds halftien dat ik, na den geheelen tijd in de “Inleiding tot de Wijsbegeerte” van F. Paulsen gelezen te hebben, de pen neem om wat in mijn dagboek te schrijven. Ik ga niet zonder een doel schrijven, maar ik heb er één en, een zeer voornaam! Of is het kiezen van een levensweg niet zoo voornaam? Indien het voor anderen dit niet is, voor mij is het dat wel en daarom ga ik er vandaag en ook morgen en overmorgen en overovermorgen over spreken en napeinzen. “Ik schrijf toch mijn dagboek voor mij en niet voor anderen! Daarom sta ik hier op de eerste plaats en daarvoor bekijk ik alleen mij en geen anderen in mijn dagboeken.”
Na het transcriberen is mijn respect en achting voor Flam nog verhevigd. In zoverre dat ik als kunstenaar een paar jaar later, een hulde-installatie realiseerde die de naam kreeg: ‘Le Cavalier des Pensées, naar Leopold Flam’.
Hoe je als 18-jarige jongeling en werkend in een fabriek met zekerheid kunt zeggen dat je filosoof wil worden? Dat vind ik verbluffend. Alhoewel ik vermoed dat zijn boekenverkopende grootvader er ergens voor iets tussen zit. Als kind moet hij toch veel boeken hebben gezien en dat doet iets met het kinderbrein, daar kan ik van meespreken.
Wat nu met zijn moeilijke karakter waarvan sprake? En wat met bepaalde hedendaagse gevoeligheden en de ‘automythografie’ zoals filosofe Ann Van Sevenant het zo treffend uitdrukt? Dat hij een trauma heeft opgelopen tijdens zijn kinder- en oorlogsjaren staat buiten kijf en het kan niet anders of dat moest zich manifesteren. Flam was in de eerste instantie een mens van vlees en bloed die nadacht over het menszijn. “De theorie over het menselijk zijn is een tijdsfenomeen, omdat de mens in de tijd of zelf tijd is. Zij omvat het doeleinde of de toekomst, de grondslag of het verleden en de verwezenlijking of het heden”, zegt Flam hierover in zijn boek ‘Ethisch Socialisme’ uit het beruchte jaar 1968. En dat vertaalt zich naar Flam hoe hij zelf was: namelijk zichzelf. Dat zijn voor mij meer dan genoeg verzachtende omstandigheden en niets kan afbreuk doen aan mijn Vlam voor Flam.
Om te besluiten nog de laatste passage uit zijn boek ‘Naar de dageraad, kroniek en getuigenis van de oorlogsjaren 1943-1945’: Hoofdstuk ‘De Vrijheid', 21 juli 1945
“De vraag die mij het meest vrees aanjaagt is die te weten of ik in staat zal zijn de taak die ik mij heb opgelegd uit te voeren. Welke is deze taak? De heropvoeding van de jeugd. In mijn hoedanigheid van leraar aan een atheneum, kan ik er mij aan wijden met goede hoop op succes, maar zal de geest van zwaarmoedigheid en luiheid geen bezit van mij nemen? Zal ik niet gauw de handdoek in de ring gooien om weg te kruipen in het grauwe van het dagelijkse leven? Ben ik sterk genoeg?”
En daar kunnen we met zijn allen, voor- en tegenstanders, volmondig ‘ja’ op antwoorden. Flam was meer dan sterk genoeg. Hij bezat de gave om zijn studenten te inspireren, te beroeren en de hartstocht aan te wakkeren voor het willen weten.
Slotbeschouwing: een filosoof ‘pas comme les autres’ –
©Hilde NIJS
MIJN WONDERJAREN,
INLEIDING TOT DE KUNST EN DE FILOSOFIE​​
Op mijn elfde won ik een eerste prijs voor tekenen en schilderen in Oostende. Hier kreeg ik mijn eerste schilderkoffer met olieverf en werd mijn lot bezegeld. Bij ons thuis ging er geen Sinterklaas, kerst-, nieuwjaar of verjaardagsfeestje voorbij of er was altijd wel een boek en teken- en schildergerei tussen de geschenken. Ik verslond boeken, echte schatten waren dat en dan nog een paar rollen behangpapier om te tekenen en ik was de koning te rijk. Onze papa maakte ook zelf de poppenkast, bedjes en kleerkastjes voor de poppen en mama maakte poppenkleertjes en nog zoveel meer. Papa speelde ook klarinet en banjo en mama, die graag operazangeres was geworden, zong alle bekende area’s. Ze zongen veel samen, tot in hun bed. De zondag was heilig, De kinderen aan de afwas terwijl zij in het salon luisterden naar ‘Opera en Belcanto’. Mama kon ook goed schilderen. Ze stond ’s nachts om 3 uur op om te zien hoever ik stond met de schilderijen die ik in de keuken maakte, toen iedereen sliep. Ze was mijn criticus maar op een opbouwende manier. Mijn liefde voor kunst en literatuur werd steevast geboren in de bibliotheek van mijn ouders. Van kinds af hadden al die boeken een geheimzinnige aantrekkingskracht. Die bibliotheek was voor ons als kind ook verboden terrein wat het allemaal nog mysterieuzer maakte.
De kunstboeken over Rubens, Rembrandt, Breughel, Jeroen Bosch, Chagall, Toulouse Lautrec, Dali, Henri More e.a. hadden iets magisch. Er was ook een boek over geneeskunde met tekeningen en prenten van het menselijk lichaam en al zijn organen, spieren, botten enz. Hier keek ik ook mijn ogen op uit en vond mijn gebruik van organische vormgeving zijn oorsprong. Als niemand het zag las ik al die prachtige, tot de verbeelding sprekende titels van boeken waarvan ik dacht dat ik ze begreep als ik ze las. De biografie van Rubens en Adriaan Brouwer, Bredero en Peter Benoit, de volledige werken van Hendrik Conscience, Johann Wolfgang von Goethe, allemaal dikke turven waarvan Lucifer van Joost van den Vondel de mooiste kaft had, Rebecca van Daphne Du Maurier, Madame Bovary van Gustave Flaubert, De Stille Man van Albert Van Hoogenbemt en verborgen achter de boeken ‘Wat nu Marilou’ van Jean Du Parc, om er een paar te noemen. Op mijn veertiende las ik ‘Gevangene van Hedwige’ van Staf Weyts waarin de personages geconfronteerd worden met grote gewetensvraagstukken over liefde, leven en dood.
Maar van ‘Xanthippe’ van Paul Lebeau … daar was ik compleet weg van. Lebeau laat een vrouw in de ik-vorm aan het woord, vlak voor haar zelfgekozen dood. Xanthippe, die bekend staat als een tirannieke, boze vrouw krijgt van Lebeau de kans zichzelf, in een lange apologie tot haar drie zonen, te verdedigen tegen masculiene clichés. Ze komt uit haar zelfverdediging tevoorschijn als een geëmancipeerde vrouw, die niet houdt van de vleierige, onechte machtswereld van mannen, en vecht voor haar erkenning. Socrates daarentegen is authentiek, maar eenzijdig. Boven alles primeert zijn wereld van de geest. Zijn demon is de onafgebroken filosofische analyse, de uitputtende jacht naar waarheid. Ik ging onmiddellijk op zoek naar Socrates want ik wou meer weten over deze geleerde man aan de zijde van een zelfbewuste vrouw? Meer hierover vond ik in het boek ‘De geschiedenis van de filosofie’, dat nu helemaal uiteenvalt.
Op mijn zestiende stuurden mijn ouders mij naar een Brusselse nonnenschool in een kunstafdeling waar ik liever wou van weglopen. Ik kwam van een elitaire kostschool en was niet happig op nog meer coif-vrouwen. Weinig vakken boeiden mij. Ik had net ‘De wandelende Jood’ van August Vermeylen gelezen en de godsdienstles was voor mij het uitgelezen forum om mijn filosofieën hieromtrent neer te pennen. Vijf bladzijden en nul punten. Dat deerde mij niet en ik was fier op mijn tekst. Ik was toen al een behoorlijke rebel die lak had aan de bekrompen schoolregels en het conformisme van de burgerij waarin ik was opgegroeid. Maar hier in die school gaf Mevrouw Lallemand Nederlands en kunstgeschiedenis. Ze verrukte mij met haar grote liefde voor literatuur en Thomas Mann zijn Toverberg. ‘Diepgang en humor’, op mijn lijf geschreven. De vragen die Mevrouw Lallemand hieromtrent stelde en waarop ik het antwoord zocht waren puur filosofisch genot. Dat het boek aanzet tot filosoferen is een understatement. Alle actoren daarvoor nodig zijn uitvoerig aanwezig.
En Socrates’….Daar werd ik verliefd op. Hij is verschillende jaren mijn favoriet geweest, ook door de leraar Nederlands op de academie, Mijnheer Vogel: hij was zot van Socrates wiens vraaggesprekken op het Atheense marktplein worden beschouwd als de bakermat van de westerse filosofie. Die vraaggesprekken op het marktplein, spraken tot mijn verbeelding. Geweldig vond ik dat. Maar ik koesterde mijn vraaggesprekken met mijnheer Vogel, die heel veel wist over de filosofen. Sokrates zelf liet geen geschriften na maar hij leefde verder in Plato wiens leermeester hij was. Tot op de dag van vandaag is hij een belangrijke referentie in het werk van filosofen en denkers. De beroemde uitspraak van Socrates: 'Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet’, ben ik nooit vergeten. Deze socratische methode wordt nog altijd gebruikt als een oefening in kritisch denken. Hij wordt ook aanzien als de grondlegger van het ‘Westers Humanisme’.
Wat een domper op mijn geluk met Sokrates zette? Hij was een notoir vrouwenhater. Maar dat was hij niet alleen. Filosofen hebben zich niet zelden seksistisch uitgelaten: Aristoteles, Plato, Hegel, Kant, Schopenhauer, Darwin, Jean-Jacques Rousseau… Maar ook vrouwen zoals Valerie Solanas, die vooral bekend werd voor het neerschieten van Andy Warhol in 1968 en die beweerde: ‘Man-zijn is gebrekkig zijn, emotioneel gelimiteerd; mannelijkheid is een gebrekziekte en mannen zijn emotioneel kreupel.’
Het feminisme kruiste mijn pad of liever, toen werd ik rebel. Ik schilderde mijn eerste groot schilderij op doek van 1m80 m x 1.20 m met olieverf in felle kleuren met als titel ‘De voortplantingsorganen van de vrouw’.
Xanthippe, Socrates, ‘De Toverberg’ van Thomas Mann, ‘De Wandelende Jood’ van August Vermeylen en nog vele anderen leidden mij ontegensprekelijk naar het pad van de filosofie en de veelzijdige kennis en uitgebreide interesse van VUB-professor filosofie, Leopold Flam, die het denken nooit los ziet van een bewust zijn en een vrije existentie en zo zijn stempel drukt op het leven van elke enkeling maar ook op een hele maatschappij.
Gezeten op een door mijn papa zelfgemaakte melkstoel in eiken hout naast een Loewe Opta muziekmeubel, filosofeerde ik over alle issues die toen aan de orde waren en deze filosofieën waren de bouwstenen van mijn droom over een nieuwe, betere maatschappij, niet alleen voor vrouwen maar ook voor mannen en alle levende wezens op de aarde.
De bekende grote kunstenaars die ik bewonderde waren Rembrandt omwille van zijn ‘clair-obscuur’, Jeroen Bosch en Dali, omwille van het fantastische, Marc Chagall voor de kleuren en vormgeving. Ik schilderde toen de stichters van mijn eerste serie ‘De Wondere Wereld der Goepta’s’. En geen enkele invloed van mijn favoriete kunstenaars was te vinden in mijn werk. Mijn vormgeving was geïnspireerd op een grote rol stof die ik in mijn verbeelding door de lucht gooide. Hierbij ontstonden verschillende lagen en segmenten met een organische vormgeving. En hier werd mijn eigen stijl geboren die zich met de tijd uiteraard verder manifesteerde.
De belangrijke ontwikkelingen en de sociale gedragingen van de mens in de hedendaagse maatschappij zijn vandaag nog altijd de drijfveren voor mijn werk, als een soort ‘wake-up call’ voor een betere wereld. een nieuwe, creatieve samenleving als een grote sociale sculptuur, waar vrijheid, diversiteit, en gelijkheid aan de basis liggen.
©Hilde NIJS​​​
​
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ Het tijdperk van de 'Mass Artistic Production'​
​
Er is heel veel talent en creativiteit in België, de academies zitten vol. Het métier leren door de toe-eigeningsmethode is misschien de beste manier van aanleren maar daarom is het nog geen kunst en is men nog geen kunstenaar. Daarvoor is authenticiteit nodig, een echtheid of trouwheid aan de eigen persoonlijkheid en dat is niet aan iedereen gegeven. Zonder te hameren op het belang van een eigen stijl en een eigen identiteit krijgen we als resultaat te zien wat er nu gebeurt. Heel veel 'kunstenaars' blijven wars van eigen fantasie, eigen inspiratie en scheppingsvermogen en zodoende ook een gebrek aan eigen stijl, meesurfen op andermans energie en maken zonder schroom gebruik van een verregaande toe-eigeningstrategie en beschouwen dit parasitair gedrag ook nog eens als doodnormaal. Ze springen mee op de 'Trains à Grande Vitesse' die op dit ogenblik door het "wereldje" razen in de hoop dat die hen in ijltempo op de tendentieuze bestemmingen zullen brengen. Vervlakking is het resultaat, één pot nat. Wat ongeacht de grootte van het kunstwerk, uniek en specifiek zou moeten zijn wordt pompeus en bij een second look slap en krachteloos. "Eenheidsworst" of met andere woorden "veel van hetzelfde". We zitten in het tijdperk van de ‘mass artistic production’ en alhoewel hij het niet zo letterlijk bedoelde, is de toenmalige beroemde humanistische en democratische toekomstvisie van Joseph Beuys ‘Jeder Mensch ist ein Künstler’ tot volle ontwikkeling gekomen. Op zich geen slechte zaak maar als de tendens zich zo verder zet moeten we in onze reflectie over 'wat is Kunst' een ander woord bedenken voor het benoemen van wat we nu onder 'Kunst' verstaan. Ook zal het publiek op de tentoonstellingen alleen nog bestaan uit 'kunstenaars'. En wat de critici betreft, la même chose. Ik vind het niet de taak van een kunstenaar om kritiek te geven op het werk van de andere en zeker al niet op sociale media. Laat dat aan deskundigen over. Er bestaat nog zoiets als een ongeschreven deontologische code, dacht ik zo. Kritiek in het algemeen die zich richt op de betekenis, esthetiek en impact van een kunstwerk is van een totaal andere orde en kan wel de attitude en het inzicht van de 'Kunstenaar' verruimen.
Volgens mij zijn er een paar basisprincipes die moeten herbekeken worden wil men niet verzanden in een sleur van alledaagsheid. In de kunstscholen opnieuw hameren op het belang van de authenticiteit, niet te kiezen voor de gemakkelijkste weg maar voor het geduldig zoeken naar een persoonlijke aanpak in zowel inhoud als uitvoering zou al een heel eind helpen. ©Hilde NIJS
​
​KOPIE | PLAGIAAT | ZICH TOE-EIGENEN
​STILZWIJGENDE GEVOELIGHEDEN EN NORMEN IN DE KUNST OF IS ALLES TOEGELATEN?
In de kunst mag alles – Iedereen kan zich eender wat toe-eigenen of recupereren als zijnde de eigen ideeën of eigen stijl. Het is de perfecte quote waarmee ettelijke kunstenaars hun eigen bestaansrecht en het tot stand komen van hun kunsten voortdurend rechtvaardigen. Als men ziet met welk gemak sommigen het idee, het werk of een deel ervan, van anderen zich toe-eigenen dan rijzen er toch veel vragen. Terwijl de ene jaren werkt aan een eigen oeuvre met een eigen specifieke stijl die groeide met de loop der tijd, kan de andere dit doodleuk naar zich toetrekken. Allemaal onder de noemer van de vrijheid in de kunst en alles is toegelaten. En het is wel zo dat uiteindelijk eerlijke kunst zich telkens weer onderscheidt maar ondertussen zit men wel met het vreselijke fenomeen. Op de kunstscholen meer hameren op het belang van het creëren van een eigen stijl zou al veel helpen. Velen blijven steken in de leerfase waarbij het werk van andere kunstenaars dient als studiemateriaal. Van werkethiek hebben ze in vele gevallen nog nooit gehoord. Als de eigen inspiratie tekort schiet en je als professionele kunstenaar tegen wil en dank, erop uit bent het werk van anderen te onderzoeken om je daarna iets toe te eigenen, dan is dit een opportunistische manier van werken waarbij vroeg of laat de geloofwaardigheid in het gedrang komt. Niet is erger dan een leeg, gekopieerd statement.
De mythe van de vrije kunstenaar is slechts een mythe want er heersen wel degelijk onderliggende voorschriften in de kunstwereld. En een daadkrachtige, deontologische creatiecode als criterium in de kunst bestaat zeker wel. Terugvallen op bestaande regels zonder eerst je eigen normen te bepalen, het zich toe-eigenen o.a. van het werk of ideeën of concepten of bepaalde delen of teksten uit iemands werk etc. is een passieve en oppervlakkige manier van werken dat niets méér laat zien dan een onvoldoend uitgewerkt concept, een lege doos beplakt met oneliners en afgezaagde quotes, zonder eigen interessante ideeën of een persoonlijk statement toe te voegen.
Goed professioneel kunstenaarschap is de juiste verhouding tussen denken en creëren. En om deze eigenschappen om te zetten in de eigen authentieke signatuur en een eigen specifieke stijl, daarvoor is een doortastende individuele visie nodig. De eigen regels bepalen, streven naar de ontwikkeling van een persoonlijk idee uitgewerkt in innovatieve uitingsvormen en de creatie van een eigen beeldconstructie zou de doelstelling moeten zijn. Daarvoor is niet alleen aanleg en de reflectie op de verschillende lagen van de eigen verbeelding nodig maar ook het vermogen om deze te transformeren en te realiseren in een interessante, hedendaagse artistieke voorstelling. En dat is de kunst!
©Hilde NIJS
​

Geen Trumpiaans genderbeleid met alleen maar mannen en vrouwen in Europa
GENDER TALK
NO WOMEN EMANCIPATION WITHOUT
GENDER EMANCIPATION
WHAT ABOUT WOMEN IN ART!
‘GENDER TALK | GENDER EMANCIPATION | ART AGAINST GENDER-BASED VIOLENCE| ART AGAINST LGBTQ+ BASED VIOLENCE | ART AGAINST CHILD ABUSE!
ongoing series since 2017 on GENDER EMANCIPATION, WOMEN EMANCIPATION, MEN EMANCIAPTION, TRANSGRESSIVE BEHAVIOR of both men and women, including all genders -
©Hilde NIJS
​Doorlopende serie sinds 2017 over genderemancipatie, vrouwenemancipatie, mannenemancipatie, grensoverschrijdend gedrag van zowel mannen als vrouwen, als alle genders.
​
WAKE-UP CALL - INSTALLATION "GENDER TALK, STOP ALL GENDER-BASED VIOLENCE" ©Hilde NIJS 2017
How to talk about gender identity and gender-based violence.
While gender may begin with the assignment of our sex, it doesn’t end there. A person’s gender is the complex interrelationship between three dimensions: body, identity, and social gender.
Many sources now refer to the LGBTQIA+ community, which stands for lesbian, gay, bisexual, transgender, queer, intersex, and asexual.
​
STAP UIT DIE SLACHTOFFERROL!
Het verwerken van geweldpleging, hetzij fysisch of psychisch, is een individueel proces waarvoor geen one-size-fits-all oplossing bestaat. Het is normaal om heftige emoties te ervaren en het kost tijd deze te voelen en te verwerken. Zelfveroordeling is nefast en praten met een vertrouwenspersoon, een therapeut of een slachtofferhulpinstantie kan helpen bij het verwerken van de gebeurtenis. In de slachtofferrol blijven hangen is zeker geen optie daarom is het belangrijk professionele hulp te zoeken en zijn leven terug op de rails te krijgen.
Onthoudt dat men er niet alleen voor staat en dat er professionele hulp beschikbaar is om te ondersteunen bij het verwerkingsproces.
Kenmerkend voor de slachtofferrol is geen verantwoordelijkheid nemen en iets of iemand verantwoordelijk maken voor hoe men zich voelt in een bepaalde situatie. Het is een uiting van hulpeloosheid en gevoelens van onmacht spelen vast en zeker een rol. Noem het ook een vorm van zelfmedelijden.
De neiging om in een slachtofferrol te kruipen is een complex samenspel van verschillende hersengebieden en hun interacties, voornamelijk het limbisch systeem en de prefrontale cortex.
Het limbisch systeem inclusief de hypothalamus is betrokken bij de stressrespons en de productie van stresshormonen zoals cortisol. Langdurige stress kan de hersenen beïnvloeden, met name de hippocampus en de prefrontale cortex, wat kan leiden tot een verlaagd zelfbeeld en een grotere vatbaarheid voor het slachtoffergedrag.
De prefrontale cortex, die verantwoordelijk is voor hogere orde functies zoals planning, besluitvorming en zelfreflectie, speelt een rol bij het beoordelen van situaties en het nemen van verantwoordelijkheid. Een disbalans of beschadiging in dit gebied kan leiden tot verminderde zelfreflectie en een grotere kans op het aannemen van een slachtofferrol.
©Hilde NIJS​
Een Trumpiaans genderbeleid met alleen maar mannen en vrouwen kunnen wij ons geheel niet voorstellen in is ondenkbaar in Europa. Genderemancipatie en de bestrijding van alle gendergeweld is meer dan nodig om dit te voorkomen.
Vrouwenemancipatie lijkt wel voorbijgestreefd. Vrouwen kunnen niet in hun eentje vechten voor hun rechten. Het is van doorslaggevend belang dat ook mannen opkomen voor de rechten van vrouwen. Zonder mannenemancipatie zal vrouwendiscriminatie altijd blijven bestaan.
Echte bevrijding echter betekent het scheppen van werkelijk gelijke kansen voor iedereen, niet in de eerste plaats tussen de geslachten maar binnen de geslachten, in de gehele maatschappij. We spreken van GENDEREMANCIPATIE EN GENDERDISCRIMINATIE.
Alle mogelijke informatie vind men op de website van Het INSTITUUT VOOR GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN, een onafhankelijk interfederaal gelijkheidsorgaan (Equality Body) dat eveneens opdrachten vervult in het kader van het federale gelijkekansenbeleid. Een Equality Body moet in elke lidstaat van de EU bestaan om er gelijkheid te promoten en zich in te zetten tegen DISCRIMINATIE, GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG en GEWELD tegen zowel VROUWEN, MANNEN als alle GENDER. Via zijn acties bestrijdt het Instituut elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op grond van geslacht of gender, is het een katalysator voor de bevordering van de gendergelijkheid dus ook de gelijkheid van vrouwen en mannen en stimuleert het ook de integratie van de genderdimensie in het beleid. Om dit te kunnen doen, geeft het Instituut adviezen en aanbevelingen voor een wettelijk kader, en ontwikkelt het strategieën en instrumenten. Ook advies verlenen, onderzoek voeren, opleidingen geven en brede campagnes opzetten behoren tot de taken. Jaar na jaar stijgt het aantal meldingen bij het instituut van burgers over onder andere genderdiscriminatie geweld en seksisme.
©Hilde NIJS
https://igvm-iefh.belgium.be/nl
DOE EEN MELDING 0800 12 800
Volgens het rapport uitgevoerd door het Wereld Economisch Forum (WEF) is de wereldwijde genderkloofscore in 2024 voor alle 146 landen die in deze editie zijn opgenomen, op ​​68,5% gesloten. Vergeleken met de constante steekproef van 143 landen die in de editie van vorig jaar zijn opgenomen, is de wereldwijde genderkloof met nog eens +0,1 procentpunt gedicht, van 68,5% naar 68,6%.
Het gebrek aan zinvolle, wijdverbreide verandering sinds de vorige editie vertraagt ​​effectief de voortgang om pariteit te bereiken. Op basis van de huidige gegevens zal het 134 jaar duren om volledige pariteit te bereiken - ongeveer vijf generaties voorbij de doelstelling voor Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG) van 2030.
België kent een terugval en staat op een troosteloze 60ste plaats. Nog veel werk aan de winkel.
EN HOE ZIT HET MET DE VROUWEN IN DE KUNST
GELIJKHEID IN DE KUNST VOOR ALLE GENDER!
Onderzoek wees uit dat de positie van vrouwen in de beeldende kunst nog steeds niet gelijk is aan die van hun mannelijke collega's. Voor vrouwen is het echter moeilijk en grootsheid en genie zijn niet weggelegd voor vrouwelijke kunstenaars, omdat beide worden geformuleerd, gedefinieerd en toegekend door de machthebbers/ instituten waartoe vrouwen maar ook personen van kleur, lgbtqiap+-, outsiderkunstenaars en andere personen van oudsher de toegang wordt ontzegd. Deze instituten cultiveerden de mythe dat mannen een inherente creativiteit bezitten. Het zijn institutionele – in tegenstelling tot individuele – obstakels die vrouwen in het Westen ervan weerhouden succes te hebben in de kunsten Zolang dat niet wordt geherdefinieerd zal er altijd een kloof blijven bestaan. Bewustwording is één ding. Maar het is tijd om een stap verder te gaan en het debat hieromtrent te verruimen. Het werk van alle gender moet op dezelfde manier worden gewaardeerd en gekwalificeerd. Het wordt tijd om dat te benoemen willen we enige vooruitgang boeken!
Uiteraard speelt de belastende voorgeschiedenis van vrouwen - ze konden pas sinds de jaren zeventig volwaardig deelnemen aan het kunstenaarschap - een belangrijke rol. Alhoewel er sindsdien heel veel veranderd is hebben vrouwelijke kunstenaars/curatoren nog steeds af te rekenen met de vooroordelen in de typische mannenwereld. Vrouwen worden geacht meer een zorgende rol te spelen en zo minder tijd te hebben full time met kunst bezig te zijn of ze zouden ook meer schroom hebben om hun kunst te promoten maar niet zelden vormen sommige van de mannelijke collega’s nog steeds het probleem. Kunst gemaakt door mannen is KUNST maar kunst door vrouwen wordt nog steeds lichtelijk smalend Vrouwenkunst genoemd en het wordt tijd dat dit nu eens ophoudt. In feite mag er geen onderscheidt gemaakt worden tussen mannelijke, vrouwelijke of eender welke genderkunstenaars. Kunst is kunst en de creatiedrang is voor iedereen dezelfde en zou op dezelfde criteria moeten worden gekwalificeerd. Ikzelf vind niet dat ik vrouwelijke kunst maak en ik wil dat ook niet. Wat mij betreft is kunst voor iedereen hetzelfde. Opvoeding ligt aan de basis! Uit alle hoeken van de kunstwereld klinkt het dat kwaliteit de enige en de belangrijkste eis is om een succesvol kunstenaar te zijn. Maar Ondanks het feit dat vrouwen altijd kunsten beoefenden en dit vandaag nog meer doen dan ooit tevoren, staat hun zichtbaarheid in galerijen, musea en tentoonstellingen nog steeds niet in verhouding tot die van hun mannelijke collega’s. Kunst gemaakt door vrouwelijke kunstenaars meer in de kijker plaatsen is een must. Eén ding is zeker: Wij leven in een veranderende wereld maar het is echt nog steeds een kwestie van pushen en kansen maken en nooit zelfingenomen te zijn. De creatiedrang, de fundamentele kracht voor het beoefenen van kunst, is voor mannen, vrouwen en voor alle gender dezelfde en ondanks de vele obstakels is het dat wat vrouwen drijft om verder te doen evenals de voldoening van het metier. Gelukkig zijn mannen zich ook meer bewust van het probleem. Velen huiveren nog bij het woord Feminisme maar dat is onterecht. Feminisme vormt geen bedreiging voor hen. Integendeel, hierdoor krijgen mannen ook de kans volledig zichzelf te zijn en zich los te maken van gender-stereotiepe rollen. Alle gender moeten samen strijden voor een samenleving waarin keuzevrijheid en zelfontplooiing centraal staan en vooral met respect voor elkaar!
- ©Hilde NIJS

BLAUWDRUK VOOR AI
In onze huidige tijd zou men kunstmatige intelligentie kunnen zien als de nieuwe God. De machine werd geschapen door de mens. De vrees bestaat nu dat door kunstmatige intelligentie de machine/robot zichzelf verder zou ontwikkelen en het zou overnemen van de mens. In 'De Demystificatie van de Technologie' wil ik wijzen op de verwarring die is ontstaan rondom kunstmatige intelligentie. Ook leeft het idee dat de technologie alle menselijke vermogens zou kunnen evenaren en zelfs overstijgen. Extreme angsten en schrik voor het onbekende leiden tot afkeer van de technologie alsook tot het niet benutten van de kansen die ze biedt. Een ommekeer is mogelijk door het gebruik van metaforen, opdat we meer begrijpen wat kunstmatige intelligentie betekent en wat voor grote voordelen dit kan hebben voor de mensheid. De herkenning van spraak, beeld en patronen, de zelfsturende systemen, vertaalmachines, lopende robots en vraag-antwoordsystemen kunnen ons helpen op het gebied van gemak, gebruikerservaring en efficiëntie, ook in de gezondheidszorg kan met KI onvermoeibaar zeer complexe operaties worden uitgevoerd. Kunstmatige intelligentie brengt ook risico’s met zich mee en als samenleving moeten we kritisch zijn over het denkvermogen die we machines geven. Er moet meer onderzoek gebeuren naar het ‘zelflerende aspect’ van kunstmatige intelligentie. Alleen op die manier zullen de systemen blijven doen wat wij als mensheid willen.
In de film 'Jurassic Park' maakt de filosoof, vertolkt door Jeff Goldblum, de bedenking: het is niet omdat je technologie kan ontwikkelen, dat je dat ook per se moet doen. En zeker niet als er geen ethische code rond bestaat. En dat is een gerechtvaardigde observatie aangezien de technologie zich als een denderende sneltrein ontwikkelt en dat die ethische dilemma's of morele implicaties pas achteraf duidelijk worden. Dus is het meer dan wenselijk om daar reeds van aan de tekentafel bij stil te staan en dat je niet alleen werkt met uitvinders, ingenieurs, programmeurs, maar ook regelmatig een blauwdruk aftast bij een moraalfilosoof of ethicus. ©Hilde NIJS
ABOUT MYTHS
MYTH OF PLASTIC
Myth is all around us. Not only the Ancient Greek myths survived in arts, literature etc. but actual myths, created in our own society and used like a message that conveyed when an object, image, or phrase becomes associated with a concept and thus take on a symbolic meaning. They have a function in society but they can pose certain dangers when society’s institutions as politics, advertising & media etc. abuse these messages.
Actual topics such as climate change, waste and related social issues can create myths. One of those myths is the phenomenon of plastic, the magical substance that is transformed from nature and constantly in a state of metamorphosis. Plastic as a symbol for a new world. We exist in an incredibly replaceable culture. We switch our phones every year for new applications. Even our bodies are plastic, whether for cosmetic or medically plastic can exist as countless different things, in this way it is infinite and transcendence sociated with a concept and gets conveying symbolic meaning. "The whole world, even life itself, can be plasticized since plastic aortas, arms, legs etc. are manufactured", said philosopher Barthes. Now this myth is overwhelmed by an other story; there is the myth of the growing plastic lake, on earth. bigger than a twentyfold of Belgium that is floating in the big ocean and that becomes the dead of sea life
With the series 'Myth of Plastic' Hilde NIJS features a contemporary reflection on the artistic concept of this growing problem with humanity's plastic footprint. The fact that plastic does not biodegrade is a benefit and a problem at the same time but most of single-use plastics end up polluting the environment. By the using of filament plastic and reusing materials that would be pitched in the trash such as water bottles, plastic bags, food packaging’s etc., for the creation of new contemporary art, the artist will bring new perspectives to reflect and even if it's possible, finding solutions for the global plastic crisis. For the purpose of a necessary environmental awareness to save the planet, now more than ever, we need to stay connect and the creating of sustainable art will be a challenge never seen...©Hilde NIJS 2024

Wat is Kunst!
#ARTCOnnects #Kunstverbindt
In 1967 poneerde de Duitse kunstenaar Joseph Beuys de stelling: “Jeder Mensch ist ein Künstler”. Hij bedoelde niet dat er in elke mens een kunstenaar schuilt maar wel dat ieder mens deel uitmaakt van de samenleving die hij zag als een enorm kunstwerk waar iedereen op verschillende gebieden toe bijdraagt. Het ging hem veeleer om de creatieve kracht die inherent is aan ieder mens en om de verschillende aspecten van het leven waarin die creativiteit tot uiting kan komen. Maar is het daarom kunst?
Een kunstwerk is een product dat ontstaat uit een bepaalde vaardigheid van een kunstenaar die een werk voltooit tot presentabel object. Kunst valt niet onder één noemer te definiëren en profileert zich vooral duidelijk als interpreteerbaar. Volgens Freud is kunst het op een hoger niveau tillen van fantasierijke, primaire denkprocessen met de daarin levende onbestemde emoties, impulsen en vage ervaringen. En zo voel ik het ook aan maar er gebeurt nog meer. Voor mij zijn de faits divers die plaatsvinden in de huidige tijd waarin we leven, de trigger die deze materie uit het onderbewuste activeert, associeert en stimuleert. Hierdoor ontstaat een gedachtestroom die een denkproces in werking zet waardoor een overvloed aan beelden ontstaat die worden geordend, gesublimeerd en verheven tot een kunstwerk dat qua inhoud en vorm perfect samensmelt. Naar kunst kijken en de interpretatie ervan zijn heel subjectief. De gedachten, beelden, of emoties die de kunstenaar wil verbeelden zijn steeds voor andere invulling of nuancering vatbaar. Kunst kan men nooit definitief uitleggen of ontrafelen. Zelfs de context of de totale omgeving waarin het kunstwerk zijn betekenis krijgt zijn soms onvoldoende want de creatieve kracht van kunst ligt evenzeer bij de toeschouwer als bij de kunstenaar zelf. Kan men stellen dat kunst moet groeien en “wordt” naarmate men er meer kennis over vergaart want kennis geeft diepgang. Kunst is in elk geval een universele taal die iedereen kan spreken of het ten minste kan leren. En het is juist deze universaliteit die ons allen verbindt. - ©Hilde NIJS


In tijden van Corona
Fragment uit “A Day in a Lifetime” prisoners of our own thoughts - Installatie Hilde NIJS
Blijf thuis en hou afstand, het is maar voor even de tijd in lockdown. Ook dit waait over maar zal er nadien iets veranderen en kiezen we voor een warme samenleving of blijven we gevangene van ons kil, meritocratisch graaisysteem!
Verbazingwekkend hoe door een levensbedreigend virus, de mensheid, in een duizelingwekkend recordtempo, nu moet overschakelen van een meritocratische, egoïstische, op zichzelf gefocuste graaimaatschappij, naar een sociale, loyale en solidaire samenleving. Door dat jarenlang gecultiveerd egoïsme als bestaansrecht, ongeloof en ontkenning maar ook wantrouwen in de politieke leiders, gebeurt dit weliswaar met veel slag en stoot; zie lockdownparty's, massale bos- en strandwandelingen, massaal shoppen in Nederland en niet in het minst de weerzinwekkende, dierlijke toestanden in de voedselketens en waar zelfs Ikea niet aan ontsnapt alsof een nieuw dekbedovertrek en een kader aan de muur het verschil zullen maken.
Kan men het de bevolking kwalijk nemen? Langs de ene kant wel want die zou beter moeten weten en langs de andere kant dan weer niet gezien de maatschappelijke tendens en het jarenlange voorbeeld van hun meritocratische leiders die nog moeilijk kunnen samenwerken tenzij ze er zelf belang bij hebben. Ieder voor zich, IK en dan de rest, winners en losers: kinderen krijgen het met de spreekwoordelijke paplepel mee met de opvoeding en weten dikwijls niet beter. Het wantrouwen die er heerste herstelt zich langzaam nu iedereen ziet dat deze politiekers, die al maanden een egoïstisch spel spelen in plaats van een serieuze regering te vormen, plots wel kunnen samenwerken en in plaats van zich naar de nooduitgang te begeven er alles aan doen, met de wetenschappers voorop, om deze ongeziene crisis in te dijken.
We hebben alles te danken aan de wetenschappers, dokters, verplegend personeel, mantelzorgers....mensen die ervoor kozen om voor de anderen te zorgen en steeds meer horen we woorden als naastenliefde, zorgen voor elkaar. Hoe paradoxaal het ook mag klinken, dat kunnen het nu allemaal samen doen door thuis te blijven, afstand te nemen van elkaar, op ons eigen, eventjes geen jacht op de artificiële bevrediging van onze denkbeeldige noden en gronden van zekerheid.
Zal deze ongeziene, mondiale crisis er toe leiden dat we hier massaal gaan over nadenken en ons gedrag veranderen in de toekomst? Voor onze redding is het te hopen maar naar ons gedrag te zien van de afgelopen dagen is er voor te vrezen. Het begint bij de opvoeding, thuis en op school ligt de basis van de verandering en indien de politieke leiders geen lessen trekken uit deze pandemie en andere waarden zullen vooropstellen dan zal het hele systeem bij het oude blijven en nog erger worden tot het uiteindelijk voorgoed ineenstort want een maatschappij met alleen maar individuen overleeft niet! Maar niet alles is de schuld van de politiek waarvan wij nota bene zelf de leiders kiezen. Ieder van ons, ieder individu kan leren uit deze crisis en heeft WEL de vrije keuze om zich sociaal en solidair te gedragen met zijn medemens, daar zijn geen politiekers voor nodig. Alleen zo kan er daadwerkelijk iets veranderen, samen vanuit de buik van de maatschappij autoriteit afdwingen voor een kentering naar een sociaal gedreven samenleving.
From the Bottom Up! – ©Hilde NIJS
GEDWONGEN QUARANTAINE
Mijn kunst on hold

Een kunstenaar heeft meestal een “conductor”, een dirigent - ik noem het een dwingeland - in zijn hoofd; een eigenzinnige baas die zichzelf weet te motiveren. We zijn het gewend om in afzondering te werken, een quarantaine die we ons zelf opleggen. ‘Kunst maken is voor mij eerst de sluimering van een aanhoudend idee, een onaflatende drang om te creëren, studeren, denken, filosoferen, analyseren, een ingebeelde wetenschap die zich opstapelt en ten slotte popelt om buiten mijn hoofd te treden. Eens het cognitief proces volgroeid, volgt er de onbedwingbare wil het concept te realiseren. Er ontstaat een geluidloze explosie in een zelf opgelegde woordloze afzondering, een zelfgeschapen beschermende “bubbel” voor mijn werk en ik. Eens die fase van het creëren voorbij is mijn werk klaar voor een ruimere blik, die van het publiek. De vrijwillige quarantaine wordt als vanzelf opgegeven. Er mag over gesproken en gefilosofeerd worden, wat zorgt voor groei en wisselwerking tussen individuen, met verruiming en connectie met een groter geheel, als gevolg.’
Met Covid-19 kwam als uit het niets, de gedwongen lock down. Gedaan met de vrijheid van het denken. Een virus, ontstaan door onze eigen levensstijl, beheerst de wereld. Niemand kreeg er vat op, ook de wetenschap niet. Die onzekerheid belemmerde de uitvoering van nieuwe ideeën. Kunst maken is voor mij geen afleiding of creatief bezig zijn. En de gedwongen quarantaine had een averechts effect en zette mijn maakproces dan ook op een verschrikkelijk “on hold”. Mijn “conductor” is nooit weggeweest maar hij was verstard, tot niets in staat. Mijn ideeën halend uit de actuele samenleving, zorgden voor een inspiratie-lockdown. Ik wou geen virus toelaten in mijn kunst. En mondkapjes en virussen schilderen komt algauw clichématig over. Geen puur corona-symbolisme voor mij. Er moet een dieperliggend raakvlak aanwezig zijn.
Nu wil wil ik alleen nog roepen en schreeuwen. De corona-crisis dwingt ons na te denken over de veranderende wereld met een nieuwe werkelijkheid die duurzame perspectieven biedt aan de mensen. Dat op zich opent totaal nieuwe inzichten. Ook de emotionele connectie in de fysieke afstandsmaatschappij zorgt voor heel wat prikkeling en unieke belevingsmomenten. The New We, het nieuwe wij en zullen we daar in slagen? Een hele uitdaging! Mijn conductor is nog nooit zo alert geweest! –
©Hilde NIJS

Because Art is essential for Humans!
Door mijn beroep als hedendaags kunstenaar en organisator van tentoonstellingen, concerten en socio-culturele events kom ik courant in contact met issues rond kunst en cultuur. Als zijnde de componenten van mijn dagelijkse habitat liggen deze mij nauw aan het hart.
Vooral in de huidige woelige tijden, van besparingen ook, waar alles een economisch nut moet hebben, is er meer dan ooit nood aan een degelijk kunst- en cultuurbeleid. Creatieve vrijheid is van essentieel belang voor een levende gemeenschap. Een maatschappij zonder cultuur is dood. Daarom zijn kunst en cultuur onmisbaar, waardevol en essentieel voor de mens want ze geven zin aan het leven en verzachten de weemoed van de menselijke tekortkoming die er altijd zal zijn. En of het nu gaat over muziek, literatuur, theater, film, dans of beeldende kunst of welke vorm dan ook, zelfs al is het maar een gedicht dat sporadisch wordt gelezen of een spectrale compositie met onorthodoxe speeltechnieken die uitzonderlijk wordt uitgevoerd, kunst en cultuur maken ons leven ongelooflijk veel rijker en moeten daarom gestimuleerd, gekoesterd en beschermd maar nooit afgezonderd worden. Verbinden met een breed netwerk en verspreiden opdat iedereen kan participeren aan deze prachtige, scheppende rijkdom die van de wereld een betere plaats maakt, is een must! - ©Hilde NIJS
Het canvas als gevoelsmatig proefschrift!

Voor mij is schilderkunst een onderzoek naar andere mogelijkheden om het canvas te benaderen. De Oude Meesters genieten weer volop de aandacht en terecht. Hun werken bezitten een rijkdom aan kennis en men kan er zeer veel van opsteken. De Oude Meesters kopiëren is de beste manier om het métier te leren. Maar ik ervaar de Oude Meesters ook als een last. De lat werd zeer hoog gelegd door onze voorgangers en de vraag is dan ook wat men in deze actuele tijd nog kan toevoegen aan zo'n majestueuze geschiedenis. De academische benadering van de schilderkunst is voor mij afgezaagd. Vandaar mijn zoektocht naar andere mogelijkheden.
Vooraleer het canvas te benaderen gaat er een studie met complex denkproces aan vooraf. Dit vertaalt zich in schetsen, tekeningen, teksten....De kiemen gezaaid in mijn hoofd breng ik via kruisbestuiving in relatie met elkaar. Als ik het gevoel heb dat alles juist geconnecteerd is dan pas gebruik ik het canvas en doe alles nog eens over maar deze keer met een sterke gevoeligheid voor fysiek waarneembare toevalsfactoren. Het canvas wordt mijn proefschrift, het schilderij als denkoefening maar waar intuïtie en innerlijke waarden zich opdringen. Het schilderij is af als het evenwicht tussen voelen en denken bereikt is! - ©Hilde NIJS